kartel-vertical

‘Je kunt een vrouw wel uit de wind halen, maar de wind niet uit haar haar.’

Yanaika Zomer is een kustwijf, een vrouw van strand, geboren en getogen in Den Helder. Alleen in deze stad hoopt ze op een dag nog dood gevonden te gaan worden. Ze is zelfstandig journalist, schrijver, dichter én stadsdichter van Den Helder. In mei 2022 won zij de eerste prijs tijdens het Groot Gouds Stadsdichtersgala, stond het jaar daarop opnieuw in de finale. In september 2023 plaatste ze zich voor de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. Haar debuut ‘U heeft nog 43 ongelezen gedichten‘ kwam in januari 2024 uit bij uitgeverij Proces-Verbaal, won de Granateprijs en werd genomineerd voor De Grote Poëzieprijs. Haar debuutroman ‘Heremietdagen’ komt in 2026 uit bij De Bezige Bij. 

‘Wie niet waait die niet wind.’

Samenstroming

De kunst van het flaneren laat zich
het best tot uitvoering brengen langs
een kade. Een mooie zomeravond,
met verlichte tred en het geluid van
krakend scheepstuig op een kabbelend gesprek.
De bries langs de broekspijpen en
het opwaaien van een zware dag.

Flaneren mag dan een kunst op zich zijn,
het laat zich niet oneindig heen en weren,
dat wil ten lange leste ergens heen. De benen
strekken op een vol terras of de schoorvoeten
op een dansvloer wagen. De kade verlaten
omdat er mensen te ontmoeten en
tijden te vergulden zijn. Er glazen te vullen zijn
en koppen te legen. Er is nog zoveel te leven
en het begeeft zich aan de overkant.

Een brug moest er komen. In een stad
aan zee, die twee harten heeft. Het leeft
in beide, maar het klopte nog niet helemaal.
Een weegschaal, een bascule om balans
te brengen. Het ene bij het andere te brengen
en mensen bij elkaar.

Heden en verleden verankerd zodra de
brug neerdaalt en beide harten ophaalt
aan het tegenwicht. Er ligt een brug tussen
straat en oord die de kades schept om dezelfde hartslag te slaan.
De kunst van het flaneren laat zich voortaan
uitstrekken tot diep in beide harten. Het startpunt
ergens aan de stadsgrens, het einde waar het land
ophoudt. Er is een brug gebouwd en de hele stad
stroomt samen.

Lees meer

Injutteringscursus

Het is goed mogelijk dat u zomaar aan kwam waaien.
Werk en liefde draaien de wind wel vaker
in de richting van deze stad. Het wad kan een goede
reden zijn, de kustlijn, omringd te zijn door water,
uitzicht op later, misschien de droom om
ergens te wonen waar het land op zijn end loopt
en de rest van uw leven begint.

De wind moet u weten, is vriendelijk. Ze heet u
welkom, al lijkt ze dan onstuimig. Duin- en strandzand
klopt u het beste af voordat u ergens naar binnen gaat.
Het laat overal mooie dagen na, maar het kraakt zo
op het parket. Let verder goed op uw hoofd
wanneer u de dijk op loopt, opgehoopte zorgen
kunnen zomaar vervliegen.
Tijd vliedt hier sneller dan de rust, ziet u.
Dus doe gerust of u thuis bent,
dat went het vlugst.

Adem diep in. Adem het Nieuwediep in
en vul uw longen met schone lucht.
Zucht de wind, vindt uw nieuwe habitat
in een stad aan zee. Alles valt mee wanneer
de avond valt en De Lange Jaap ons lichter maakt,
de golven en het land aanraakt met liefdevolle streken.
Wat verder goed is om te weten: uw kapsel zal
vrijwel direct verwaaien en soms laait een storm op
die zijn weerga niet kent. Bent u hondenbezitter, dan heeft u
vanaf heden een eik. Verder lijkt Helders aardig op ABN.
We kennen alleen de Z niet, maar wie elke dag de son siet,
set sich daar spoedig overheen.

Welkom dus. Welkom in deze stad aan de kust.
Tijd vliedt hier sneller dan de rust,
dus voel gerust dat u hier thuis bent.
Dat went het vlugst.

Lees meer

Column. Dichterlijke vrijheid

“Het komt wel goed, stad”, schreef ik ruim vier jaar geleden in mijn eerste stadsgedicht. Het was de tijd van de pandemie. De straten waren leeg en de stilte kroop naar de verkeerde plekken. Wie alleen was, werd nog allener (ik ben dichter, ik mag mijn woorden zelf verzinnen). In de mens die het geluk had om constant omringd te zijn door geliefden, groeide het verlangen naar een moment van stilte. Een eigen ruimte in de tijd om – letterlijk en figuurlijk – niet gestoord te worden.
Ik zag de worsteling van lokale ondernemers, de bedrijven die omvielen, het geploeter in gezinnen. Ik zag de boosheid die harde lijnen door de stad trok. Jutters, zoals de inwoners van Den Helder heten, vínden dingen. Dat zit al in hun naam en bleek ook toen weer. Toen de één vond dat de ander een wappie was. En de wappie vond dat de één een schaap was. De buur van links vond de buur van rechts niet langer een goede vriend. Een goede vriend kon zich niet vinden in de mening van zijn moeder en ontvriendde haar op Facebook. Ik was bang dat mijn stad uiteenviel en ik zocht naar de taal – in voegwoorden, koppeltekens, de lijm die in rijm schuilt, zalvende zinnen – om al die kloven in ons stadshart te dichten.
Dit wordt geen stuk over de magie van poëzie. Daar geloof ik in, maar ik maak me tegelijkertijd geen enkele illusie over het effect van mijn eigen gedichten in de samenleving. Sterker, bij tijden voelt het zinloos. Wéér een gedicht dat de mensen bij elkaar moet brengen, wéér een stichtelijke boodschap, wéér je mooiste zinnen over herdenken en ‘nooit meer’, terwijl de geschiedenis zich gewoon herhaalt. En ja, ik wéét dat ik hier en daar een ander mens geraakt heb, ergens troost kon bieden, misschien heb aangezet tot nadenken, maar stadsdichterschap is geen missverkiezing. Wereldvrede gaan we er niet mee bereiken.
En toch. (Babs Gons gonst zachtjes in mijn achterhoofd. ‘Doe het toch maar’, fluistert ze.) En toch vind ik het onderdeel van onze taak die wereldvrede na te streven. Stadsvrede dan tenminste. Want we hebben dat podium en we hebben de woorden. Dichterlijke vrijheid gaat niet alleen over je vindingrijkheid met spelling en grammatica. Het is de vrijheid om te spreken. Natuurlijk, schrijf over de gebouwen, schrijf over de natuur, wees lyrisch over je station of bibliotheek, want dat helpt. Schoonheid helpt. Maar schrijf ook over de misstanden in je stad, geef stem aan al die mensen die jouw podium niet krijgen, zoek naar nieuwe woorden om de dingen te zeggen die gezegd moeten worden. Want misschien vind je deze keer de taal die echt iets of iemand in beweging brengt. Misschien hebben je woorden zin, dus maak je punt. Want misschien heel je deze keer een mensen- en heel misschien een stadshart. Misschien komt alles toch nog goed.

Lees meer

Kaarsjes

Wie ben ik te schrijven over vrede? Een redevoering
over vrijheid als tijd en plaats gewoon een beetje mazzel waren.
Ik heb niks gedaan om hier te mogen staan en uit te leggen
hoe dat moet, vrij zijn. Hoe je vrede doet. Ben ik goed
als ik oproep om nooit meer… en dat we dan samen stil zijn?
Rode lijnen steeds weer overschreden terwijl wij de vrede vieren.

Dan het meisje dat alleen een stukje van de lucht zag,
de dag een blauwe driehoek en de takken van een kastanjeboom.
Een dagboek om de tijd door te komen. Ze schreef haar dromen op,
haar wensen en dat de mens, ondanks alles, innerlijk goed was.
Daar bleef ze in geloven.

En ik wil zo graag die woorden herhalen, een verhaal
vertellen dat hoopvol is en dat de geschiedenis dan
geschiedenis blijft. Ik schrijf haar woorden over en
geef de vrijheid door. Maar wat ze óók zei
is dat wij het allen zijn die de oorlog willen en aanvaarden.
Waar de grens ligt, ligt aan ons.
‘Er is nu eenmaal in de mensen een drang tot vernielen’, schreef ze. ‘Een drang tot doodslaan, tot vermoorden en razend zijn, en zolang de gehele mensheid, zonder uitzondering, geen grote metamorfose heeft ondergaan, zal de oorlog woeden, zal alles wat opgebouwd, aangekweekt en gegroeid is, weer afgesneden en vernietigd worden, om daarna opnieuw te beginnen.’
En het zijn deze zinnen die ik nu citeer, omdat we zouden leren…

Lieve Anne, het spijt me. Het spijt me dat de mensheid nog niet
in staat is zonder haat te zijn. Maar laat me iets beloven. Als jij geloven kon
in goedheid, wie ben ik dan om dat stuk te schrijven? Hoopvol blijven,
omdat jij er steeds weer toe in staat bleek. ‘Wij keken naar de blauwe hemel’, schreef je. ‘Onze kastanje is al tamelijk groen, met hier en daar zelfs kleine kaarsjes.’ En dan wil ik dat het waar is. Dat de mens in wezen goed is en dat de geschiedenis ook dat herhaalt.

 

Lees meer

Peace Now

Ik ontving vandaag een boodschap, licht als veren
en eenvoudig als de vogel die hem bracht. Zachtjes had ze
tegen het raam getikt. ‘Ik heb iets voor je, geef het door.’
En ik hoorde dat ze het steeds opnieuw zei, tegen mij,
voorbijgangers, iedereen die langs kwam lopen. ‘Als je hoop houdt,
komt het goed.’
Verder in de straat kwam ik zo’n zelfde vogel tegen en ze kreeg
gezelschap van een derde. Een vierde vloog hoog boven de
kamerplanten in een vensterbank. Langs de gracht zag ik
er nog een paar. En ik wist niet waar vandaan precies, maar wel
waarheen. Eén wens naar iedereen tot elk mens het hoort.
Raam na raam. Twee woorden maar en toch de zin
van ons bestaan.

Lees meer

Eén gedicht

Ik wil één gedicht voor alle vrouwen. Het zou een
monument worden en tegelijkertijd een toevluchtsoord
van woorden die nodig zijn om een plek te bouwen
die ons heel houdt.
Ik schrijf er kamers in. Zinnen zijn het pleisterwerk
op wonden, de wanden slechts in potlood,
zodat we vrij zijn om ons binnen of buiten de lijnen
te bewegen. Ze uit te vegen tot zachte roze rullen
die we wegblazen als een kus van een vlakke hand.

Hier is een plek voor de vrouw die inwaarts schreeuwt
zo hard ze kan in een land waar zij wordt stuk gezwegen.
Er is een bed voor de vrouw die nog leeft, omdat ze
deed waar zij het bangst voor was. Een rugtas en haar
kind in halfslaap op de heup genomen.
Hier komen de vrouwen die niet voldoen, omdat de
norm een vorm is die niemand past. Je hoeft
maar weinig te doen om een lastige vrouw te zijn.
In dit gedicht ligt een wet te wachten die zacht is
voor het vrouwenlijf. Hier verblijven zij die
kozen of dat niet mochten, hulp zochten, maar niet
kregen, achterbleven met een lege schoot of meer leven
dan ze konden dragen.

Hier is plek voor Zij Die Hen zullen heten of een M in hun pas
kregen als een verkeerd gespelde naam. Hier gaan de vrouwen
die niet bidden tot de goede God of de juiste huid bewonen.
Hier zal het meisje wonen die in bomen klimt en probeert
om staand te plassen. Hier past de vrouw die niet geloofd wordt,
beroofd en weggehoond wordt. De vrouw die moeder, loeder, hoer,
secreet, een nymf, een milf, frigide heet. Een maagd, een heks,
te sexy is, die lesbisch is of niet meer van mannen houdt, de vrouw
die ziek is of te oud, want niet meer vruchtbaar is,
het vermogen mist tot gehoorzaamheid.

Ik wil één gedicht voor alle vrouwen. Opgevouwen tot
een klein geheim, bewaard in de zakken van jurken en
broeken, onder sluiers en de bandjes van een kanten bh.
En dat we het aan elkaar kunnen geven of herlezen
wanneer we zoeken naar woorden, een plek die vrouwen
heel houdt of onszelf.

Lees meer

Stadspoëzie

Yanaika schrijft over grote en minder grote gebeurtenissen in de stad. Zo droeg ze voor bij de 4 mei herdenkingen en ter ere van de Jutters die we verloren tijdens de pandemie. In opdracht van City Marketing Den Helder schreef ze een ode aan het landschap en in haar gedicht Jaap probeerde ze eigenhandig de karakteristieke vuurtoren overeind te houden. Haar werk ‘Ze wacht’, hangt in het Dorus Rijkers Reddingsmuseum.

Inhuren

‘Vandaag schreef ik drie gedichten, geschiedenis en een oude kennis af.’ Yanaika is niet alleen in te huren voor schrijfwerk, maar ook voor workshops, voordrachten, presentatiewerk, dagvoorzitterschap en voice-overs.

Workshops

Yanaika geeft poëzieworkshops op maat aan particulieren, bedrijven en op scholen.

Een idee

Een goed idee voor een stadsgedicht, poëzieproject of een mooie tekst in de openbare ruimte? Laat het Yanaika weten.